biekesblog


zaterdag 14 februari 2015

Brief aan Sint Valentijn


Beste Sint-Valentijn,

Ik weet dat het uw feestdag is vandaag, waarvoor overigens gefeliciteerd. Dus vermoedelijk is het ongepast om uitgerekend vandaag een paar kritische kanttekeningen te plaatsen bij de ophef rond uw verjaardag.
Helaas voor u ben ik intussen op een leeftijd beland die dat soort vormelijke bezwaren vlot onder de mat veegt wanneer ze mij niet uitkomen. Hopelijk vergeeft u me mijn vrijpostigheid.

Vanochtend, terwijl her en der, aan ontbijttafels vol rozenblaadjes, hartvormige boterkoeken met aardbeien en bubbels werden genuttigd ter uwer ere, werd ik wakker met een logge poot op mijn dij, een fluweelzacht flapoor tegen mijn wang en een zwoele hondenadem in mijn nek. Zelfs mijn huisdier bleek gewillig toe te geven aan de roes der liefde die vandaag in de lucht hangt.

Vertederd bleef ik liggen, mijn handen op een harige hondenbuik. Ongewild dwaalde mijn luie geest af naar tijden waar mijn handen op dat soort zaterdagochtenden op een – godzijdank minder harige – mannenbuik pleegden te liggen. Waardoor ik mezelf uiteraard genoodzaakt zag om na te denken over de liefde, ook al was ik vastbesloten geweest dat vooral niet te doen en me met wereldser en constructiever thema’s bezig te houden.
U moet weten – vergeef me dat ik vrijuit spreek - dat ik van mening ben dat uw kijk op de liefde te wensen overlaat. In die mate dat ik me afvraag of u zelf wel ooit een lief hebt gehad en bijgevolg de wenselijke expertise kan voorleggen om u als een autoriteit in de materie op te werpen.

Ik graafde in mijn geheugen naar onbevangen verliefde tijden, toen dEUS nog broeierige nummers maakte als Hotel Room en Roses, die we op repeat beluisterden tot de noten onder ons vel jeukten. Toen mijn lief mij geregeld buitendroeg uit een overhitte concertzaal, alwaar ik voor de zoveelste keer was bezweken aan de warmte en de verstikkende mensenmassa (dat ik per se op de eerste rij wilde op en neer springen als een spicegirl op speed hielp weinig ter preventie). Toen wij niks anders om handen leken te hebben dan nachtenlang Blackadder kijken en onze buren wakker houden met ons ongegeneerde geschater. Toen we elke vrijdag en zaterdag uitgingen zonder met iemand af te spreken en toch iedereen tegenkwamen. Toen werk gewoon werk was en het echte leven zich ver van die werkvloer leek te bevinden, daar waar zich vrienden, muziek, reizen en feest ophielden.
En hoe wij dachten dat dit alles voor altijd was: dit onbezorgde door de dagen razen, het feesten, het lief.

Ik moet bekennen dat wij uw verjaardag nooit vierden. Het leven vierden wij des te intenser. Wij vonden u eerlijk gezegd wat overbodig. Alsof ons leven niet al een feest was zonder u.

Vandaag, zo’n slordige twintig jaar en veel ontnuchtering later, vind ik u nog altijd even overbodig. Met uw hartvormige kussens, uw geurloze rode rozen, uw pluche knuffelbeesten, uw veel te dure Valentijn-menu met hartvormige amuses en mierzoete desserts, uw roze champagne en uw Swarowski-juwelen die desgewenst een fietslicht kunnen vervangen.

Ik ga rechtuit zijn: u snapt niks van vrouwen, laat staan van de liefde. Daar. Ik heb het gezegd. Het lag al een tijdje op mijn tong.
Liefde, moet u weten, heeft geen uitstaans met roze troep en etentjes in schemerige restaurants, waar op de achtergrond beroerde versies van My Funny Valentine ruisen. 

De ware liefde raapt ons op wanneer we na een Vodka-avond van de studenten Russisch niet meer recht raken en draagt ons als een zak aardappelen naar ons kot. De ware liefde zet ongevraagd extra koffie wanneer hij net de laatste uitschonk. De ware liefde zet de juiste platen op en koopt op tijd concerttickets voor Nick Cave. De ware liefde leest een boek naast ons in bed en deelt af en toe een bijzondere passage. De ware liefde leest samen met ons de krant en deelt in onze verontwaardiging over pakweg de indexsprong. De ware liefde gaat om frieten in het verste frietkot van de stad omdat ze daar de tartaarsaus zelf maken. De ware liefde begrijpt onze afkeer van pizza hawaii en onze liefde voor Joni Mitchell. De ware liefde zegt dat ze onze nieuwe broek spuuglelijk vinden, maar kust ons toch even gretig wanneer we ze aan hebben. De ware liefde negeert afgekloven nagels en maalt niet om benen die des winters een week ononthaard blijven.

Als ik het dan toch allemaal zo goed weet, waarom werd ik dan vanochtend wakker met een viervoeter aan m’n zij, zult u terecht opwerpen.
Welnu, om in de sfeer van oprechtheid te blijven: ik heb geen idee. Maar neem het van mij aan: wakker worden naast een teerbemind beest is stukken aangenamer dan gewekt worden met een roze pluche konijn op mijn hoofdkussen en hartvormige frambozenbavarois als ontbijt geserveerd krijgen. Het is maar dat u het weet.

Toch nog een prettige verjaardag verder.